Knolselder

Knolselderij behoort tot de schermbloemenfamilie en heeft holle stengels. Deze groente heeft een lange groeiperiode en is niet winterhard. De knol groeit voor een deel onder de grond en wijkt daarin af van zijn familieleden bladselderij en bleekselderij.

De knol is bruingeel van kleur. Het vruchtvlees is lichter en heeft een milde, kruidige smaak. Vooral de knol is bekend voor de teelt, maar je kunt net zo goed de bladeren eten in de soep. Knolselderij is beschikbaar vanaf augustus tot maart.

Hoe te Bewaren

Knolselderij kun je drie tot vier maanden bewaren tussen 0° en 5° Celsius. Je kunt hem in de kelder – in een kistje met klam zand – goed bewaren. Knolselderij kun je ook inkuilen. De grootste knollen bewaren het minst, dus die kun je het best eerst eten.

Gesneden kun je knolselderij maximaal een dag in de koelkast bewaren. Gesneden knolselderij kleurt snel bruin, mede afhankelijk van de snijmethode. Een glad snijvlak geeft minder snel bruinverkleuring dan een ruw beschadigd snijvlak. Je maakt knolselderij het best zo kort mogelijk op voorhand klaar en je zet hem meteen na het snijden in de koelkast. Gesneden knolselderij kun je met citroensap besprenkelen om bruinkleuring te vermijden.

Hoe te oogsten

Om knolselderij te oogsten, moet je de knol in zijn geheel uit de grond trekken. Snijd vervolgens overtollige wortels van de knol. Knolselderij kan niet tegen vorst, dus oogst alle knollen vòòr een eventuele vorstperiode. Door het loof meteen van de knol af te knippen, voorkom je dat hij zacht wordt.

Recepten

Er zijn nog geen recepten

Klik  hier  om naar het overzicht van de groenten op deze site te gaan